Het Geïntegreerd Investeringsprogramma 2025-2027: analyse Vlaamse investeringen mobiliteit en infrastructuur

Dit rapport biedt een diepgaande analyse van het Geïntegreerd Investeringsprogramma (GIP) 2025-2027 van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken (MOW). Het GIP bundelt alle geplande investeringen in infrastructuur op een gecoördineerde en beleidsmatig afgestemde manier.

De focus ligt op structureel onderhoud, openbaar vervoer, fietsvoorzieningen, verkeersveiligheid, havens, waterwegen en grote infrastructuurprojecten. De Vlaamse overheid voorziet voor 2025 een investeringsbedrag van 2,58 …

Dit rapport biedt een diepgaande analyse van het Geïntegreerd Investeringsprogramma (GIP) 2025-2027 van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken (MOW). Het GIP bundelt alle geplande investeringen in infrastructuur op een gecoördineerde en beleidsmatig afgestemde manier.

De focus ligt op structureel onderhoud, openbaar vervoer, fietsvoorzieningen, verkeersveiligheid, havens, waterwegen en grote infrastructuurprojecten. De Vlaamse overheid voorziet voor 2025 een investeringsbedrag van 2,58 miljard euro, met een gelijkaardig niveau voor 2026 en 2027. Grote projecten zoals de toegankelijkheid van de achterhaven van Zeebrugge en Seine-Schelde worden opgenomen in een langetermijnplanning tot 2040.

In het GIP worden voor het eerst 17 ‘grote projecten’ opgesomd met een investeringsimpact van 19,8 miljard euro op termijn. Voor West-Vlaanderen zijn belangrijke investeringen voorzien in onder meer:

• Toegankelijkheid achterhaven Zeebrugge, met een voorziene investering van € 3,7 miljard tot 2040. Deze krijgt vanaf 2030 een sterke budgettaire impact met jaarlijkse investeringen van ongeveer 1 miljard euro.
• Kanaal Bossuit-Kortrijk, met studiemiddelen in 2026 en 2027.
• N8 Veurne-Ieper, waarvoor het GIP in 2025 middelen voorziet in de gemeenten Alveringem, Ieper, Lo-Reninge, Veurne en Vleteren.
• Project Rechtnaarzee in Middelkerke, met voorbereiding van uitvoering in 2027.

Het rapport signaleert ook knelpunten: het objectieve afwegingskader voor projectselectie ontbreekt, het gebruik van het GIP als evaluatie-instrument staat nog in de kinderschoenen en de financiering van toekomstige projecten blijft onzeker. Voor duurzame investeringscontinuïteit na 2030 zijn bijkomende middelen nodig.

Deze tekst is gebaseerd op de originele bron en tot stand gekomen met inzet van AI-technologie. Controleer bij twijfel en hergebruik de bron voor juistheid en actualiteit.