BSO (Bindend Sociaal Objectief) en gemeentelijke doelstellingen 2026–2042: ontwerpdecreet wijziging Vlaamse Codex Wonen 2021

Deze ontwerptekst bevat een reeks aanpassingen aan de Vlaamse Codex Wonen van 2021, gericht op het realiseren van een nieuwe langetermijndoelstelling voor het sociaal woonbeleid in Vlaanderen. Het centrale element is de invoering van een nieuw Bindend Sociaal Objectief (BSO) voor de periode 2026 tot 2042. Dit BSO stelt als doel om 50.000 bijkomende sociale huurwoningen te realiseren. Van dit aantal wordt 45.000 verdeeld over de Vlaamse gemeenten op basis van demografische projecties, het aandeel…

Deze ontwerptekst bevat een reeks aanpassingen aan de Vlaamse Codex Wonen van 2021, gericht op het realiseren van een nieuwe langetermijndoelstelling voor het sociaal woonbeleid in Vlaanderen. Het centrale element is de invoering van een nieuw Bindend Sociaal Objectief (BSO) voor de periode 2026 tot 2042. Dit BSO stelt als doel om 50.000 bijkomende sociale huurwoningen te realiseren. Van dit aantal wordt 45.000 verdeeld over de Vlaamse gemeenten op basis van demografische projecties, het aandeel privaat huurders met een laag inkomen, en eventuele historische achterstand of voorsprong in eerdere doelstellingen. De overige 5.000 woningen vormen een vrijwillig supplement.

Gemeenten krijgen via driepartijenovereenkomsten met woonmaatschappijen en de Vlaamse overheid de mogelijkheid tot een alternatieve verdeling van hun objectieven. De Vlaamse Regering engageert zich als derde partij in deze afspraken, inclusief de financiering ervan. Om de voortgang te bewaken worden tussentijdse evaluatiemomenten ingevoerd in 2029, 2034 en 2039, telkens bij de start van een Vlaamse legislatuur. Gemeenten die onvoldoende vooruitgang boeken, worden verplicht financieel bij te dragen aan de huurpremie voor woonbehoeftige huurders.

Naast het BSO voorziet het decreet nog een aantal inhoudelijke wijzigingen: afwijkingsmogelijkheden op energie-eisen voor beschermd erfgoed, structurele subsidiëring van noodwoningen door lokale besturen (eventueel in samenwerking met woonmaatschappijen), uitbreiding van de kotlabelprocedure naar syndici, verduidelijking van de toepassing van normen op studentenkamers en verfijning van de herinvesteringsplicht bij geconventioneerde verhuur. Voortaan kunnen ook meerdere private initiatiefnemers samen een subsidieaanvraag indienen voor projecten met sociale en geconventioneerde huurwoningen.

Het decreet voorziet verder in een decretale overdracht van wederinkoop- en voorkooprechten naar de bevoegde woonmaatschappij binnen het werkingsgebied, met het oog op administratieve vereenvoudiging en duidelijkheid voor notarissen bij doorverkoop van voormalige sociale woningen.

Deze tekst is gebaseerd op de originele bron en tot stand gekomen met inzet van AI-technologie. Controleer bij twijfel en hergebruik de bron voor juistheid en actualiteit.