Waar woont de Vlaming in 2035? Een modellering van de woonbehoefte naar de goed gelegen woongebieden

Dit rapport onderzoekt welke vragen er in de toekomst aan de woningmarkt zullen worden gesteld, vanuit de verwachte demografische groei (ca. 295.000 extra woningen in 2020-2035) en het (evoluerend) woongedrag: de toekomstige ‘woonbehoefte’ (welk type huishouden in welk type woning).

Drie verschillende scenario’s geven vorm aan de toekomstige woonbehoefte:

• Scenario 1 ‘status quo’: de verschillende types huishoudens blijven het woongedrag vertonen zoals ‘vandaag’ vastgesteld.
• Scenario 2 ‘trendsce…

Dit rapport onderzoekt welke vragen er in de toekomst aan de woningmarkt zullen worden gesteld, vanuit de verwachte demografische groei (ca. 295.000 extra woningen in 2020-2035) en het (evoluerend) woongedrag: de toekomstige ‘woonbehoefte’ (welk type huishouden in welk type woning).

Drie verschillende scenario’s geven vorm aan de toekomstige woonbehoefte:

• Scenario 1 ‘status quo’: de verschillende types huishoudens blijven het woongedrag vertonen zoals ‘vandaag’ vastgesteld.
• Scenario 2 ‘trendscenario’: de vastgestelde trend sinds 2001 naar steeds meer wonen in compactere woningtypes, wordt doorgetrokken naar 2035.
•  Scenario 3 ‘compact woninggebruik’: vertrekt van het trendscenario, maar we nemen bovendien aan dat het wonen in open en halfopen gebouwde eengezinswoningen niet meer toeneemt vanaf 2025: die behoefte wordt gecompenseerd door meer eengezinswoningen in gesloten bebouwing (rijwoningen).