Dit samenvattend rapport analyseert de sociale ongelijkheden in gezondheid binnen de Europese Unie. Ondanks de toegenomen levensverwachting in Europa (gemiddeld 81 jaar), tonen gegevens aan dat deze winst ongelijk verdeeld is. Grote verschillen in gezondheid en mentale gezondheid blijven bestaan tussen sociaaleconomische groepen, zowel tussen landen als binnen lidstaten.
Op basis van data uit de European Social Survey (ESS, 2014 en 2024), aangevuld met beleidsanalyses en praktijkvoorbeelden, beschrijft het rapport trends in zelfgerapporteerde gezondheid en mentale gezondheid. Mensen met lagere opleidingsniveaus of beroepen rapporteren tot twee keer meer gezondheidsproblemen dan hoger opgeleiden. Vooral België, Noorwegen en Litouwen kenden een achteruitgang in algemene gezondheid én een toename van gezondheidsongelijkheid. Enkel Slovenië en Polen slaagden erin zowel de algemene gezondheid te verbeteren als de gezondheidskloof te verkleinen.
De analyse toont aan dat structurele factoren – zoals financiële situatie, werkomstandigheden, huisvesting, voeding, toegang tot gezondheidszorg en ervaringen met kinderarmoede – sterker wegen op gezondheid dan individuele gedragingen. Mentale gezondheid blijkt vooral gelinkt aan jobcontrole en financiële zekerheid.
Naast data bevat het rapport ook beleidsaanbevelingen op verschillende niveaus. Zo worden voorbeeldpraktijken uit Finland, België, Polen, Spanje, Noorwegen en Griekenland toegelicht. Op Europees niveau spelen initiatieven zoals de Europese pijler van sociale rechten, het kindergarantieplan en het cohesiebeleid een rol. Toch pleit het rapport voor meer geïntegreerd beleid, betere data, verhoogde betrokkenheid van burgers en betere benutting van EU-bevoegdheden rond bijvoorbeeld voeding, alcohol en tabak. Vlaanderen wordt genoemd via het voorbeeld van het Vlaams Instituut Gezond Leven, dat het principe van proportionate universalism ondersteunt in preventiepraktijken.
Het rapport sluit af met 14 concrete aanbevelingen:
- Garandeer een toereikend minimuminkomen en minimumlonen om de impact van financiële onzekerheid op gezondheid te verminderen.
- Verbeter werkomstandigheden en jobcontrole zodat mensen meer autonomie ervaren en mentale gezondheid versterkt wordt.
- Pak huisvestingsproblemen en andere nieuwe risicofactoren aan die bijdragen aan chronische ziekten en stress.
- Maak gezonde voeding structureel beter beschikbaar, vooral in kwetsbare wijken en gemeenschappen.
- Reguleer commerciële determinanten van gezondheid, zoals alcohol, tabak en ultrabewerkte voeding.
- Investeer gericht in promotie en preventie van mentale gezondheid gedurende de volledige levensloop.
- Heroriënteer gezondheidssystemen op preventie en rechtvaardigheid, met extra aandacht voor achtergestelde groepen.
- Integreer gezondheidsongelijkheid expliciet in alle relevante EU-beleidskaders, zoals de Anti-Poverty Strategy, Kindgarantie en het Huisvestingsplan.
- Maak het terugdringen van gezondheidsongelijkheid een kerntaak van de gezondheidssector, met leiderschap en intersectorale samenwerking.
- Investeer in betere en fijnmazige gegevensverzameling, inclusief longitudinale data en kindgerichte monitoring.
- Veranker gezondheidsgelijkheid structureel in het Europees Semester en aanverwante beleidsinstrumenten.
- Voorzie specifieke middelen in de EU-begroting (MFF) om ongelijkheid in gezondheid doeltreffend te verminderen.
- Organiseer gezamenlijke Raadvergaderingen van ministers van Gezondheid, Financiën en Sociale Zaken voor coherente beleidsafstemming.
- Versterk de participatie van burgers, ngo’s en gemarginaliseerde groepen in beleidsontwikkeling en uitvoering.
Deze tekst is gebaseerd op de originele bron en tot stand gekomen met inzet van AI-technologie. Controleer bij twijfel en hergebruik de bron voor juistheid en actualiteit.