Evaluatie meetinstrument empowerment lokale partnerschappen. Evaluatie van het gebruik van de empowermentvragenlijst in het kader van de ESF+oproep lokale partnerschappen

Deze publicatie bevat het eindrapport van de evaluatie van het meetinstrument empowerment, zoals toegepast binnen de ESF+ oproep Lokale Partnerschappen voor de duurzame participatie op de arbeidsmarkt van personen met een complexe multiproblematiek. Het rapport, opgesteld in juli 2025, werd uitgevoerd in opdracht van Europa WSE en richt zich op de bruikbaarheid, implementatie en relevantie van de empowermentmeting.

De oproep Lokale Partnerschappen is onderdeel van het ESF+ Operationeel Programma…

Deze publicatie bevat het eindrapport van de evaluatie van het meetinstrument empowerment, zoals toegepast binnen de ESF+ oproep Lokale Partnerschappen voor de duurzame participatie op de arbeidsmarkt van personen met een complexe multiproblematiek. Het rapport, opgesteld in juli 2025, werd uitgevoerd in opdracht van Europa WSE en richt zich op de bruikbaarheid, implementatie en relevantie van de empowermentmeting.

De oproep Lokale Partnerschappen is onderdeel van het ESF+ Operationeel Programma 2021-2027 van de Vlaamse overheid. Het doel is om mensen die moeilijk aansluiting vinden bij reguliere hulp- en arbeidsmarkttrajecten toch perspectief te bieden via een lokaal netwerk van organisaties, waaronder VDAB, OCMW’s, lokale besturen, en diverse welzijns- en activeringsinitiatieven. In totaal zijn 44 partnerschappen opgestart, waaronder ook in regio’s van West-Vlaanderen zoals Zuid-West-Vlaanderen ('t PACT) en Brugge (PARCOURAGE).

Het meetinstrument bestaat uit een vragenlijst van 9 items, verdeeld over drie componenten van empowerment: intrapersoonlijk, interpersoonlijk en gedragscomponenten. Via een 6-puntenschaal wordt ingeschat hoe cliënten zich ontwikkelen in zelfvertrouwen, sociale netwerken en participatie. De gegevens worden via Typeform geregistreerd.

De evaluatie combineert kwantitatieve analyse (1.793 metingen) en kwalitatieve diepte-interviews met 18 trajectbegeleiders. Belangrijkste conclusies zijn:

• Er is grote variatie in gebruik en betrokkenheid van begeleiders bij de meting.

• Vooral de intra- en interpersoonlijke dimensies tonen vooruitgang, zoals zelfbeeld en hulp kunnen vragen.

• De gemeenschapsdimensie (bv. buurtcontacten) toont minder effect, wat verklaard wordt door lage relevantie of moeilijk beïnvloedbare context.

• Veel trajectgezellen ervaren de vragenlijst vooral als een administratieve verplichting en missen duiding over doel en gebruik.

De aanbevelingen omvatten o.a. het beter positioneren van de tool als begeleidingsinstrument, heldere instructies over afname en timing, het visueel presenteren van voortgang, herwerking van de handleiding, en actieve betrokkenheid van trajectbegeleiders bij verdere ontwikkeling.