Dit eindrapport bundelt de resultaten en ervaringen van het project DAKS 2.0, waarin zeven steden in West-Vlaanderen—Oostkamp, Blankenberge, Diksmuide, Harelbeke, Menen, Veurne en Waregem—onderzoeken hoe dataverzameling en -analyse hun lokale beleid kunnen versterken. Lokale besturen worden steeds vaker geconfronteerd met complexe uitdagingen rond mobiliteit, bezoekersstromen, detailhandel, evenementen en leegstand. In dit project wordt nagegaan hoe kleinere steden via meetbare gegevens meer inzicht kunnen krijgen in druktepatronen, mobiliteit en economische activiteit.
Het rapport beschrijft hoe data gebruikt worden om beleidsvragen te beantwoorden, zoals: wanneer en waar is het druk in de stadskern, wat is het effect van evenementen, hoeveel passanten worden klanten, en hoe bewegen bezoekers zich doorheen verschillende zones. De zeven deelnemende gemeenten kochten—of bereiden de aankoop voor van—verschillende soorten data aan, waaronder voetgangers- en verkeersmetingen, gegevens over binnenstappers en informatie over bestedings- en bezoekersprofielen.
Het project werd gerealiseerd met steun van VLAIO (City of Things-programma) en Provincie West-Vlaanderen, en werd inhoudelijk en operationeel ondersteund door KERNpunt, POM West-Vlaanderen en externe data-experts. Via een gezamenlijke raamovereenkomst werd een schaalbare aanpak ontwikkeld waarmee kleine besturen data kunnen verwerven volgens uniforme standaarden (zoals OSLO) en met waarborgen rond privacy, interoperabiliteit en eigenaarschap.
In het rapport worden de cases van de deelnemende steden uitgebreid toegelicht. Zo onderzoekt Harelbeke de optimalisatie van haar kernwinkelgebied en de impact van wekelijkse markten en evenementen. Oostkamp wil drukte, parkeergedrag en het potentieel van werknemers op bedrijventerreinen in kaart brengen. Blankenberge richt zich op bezoekersstromen in een complexe kustcontext met sterke seizoenspieken. Diksmuide analyseert bewegingen tussen haar drie belangrijke zones: de Grote Markt, het kleinhandelsgebied en de IJzertorenomgeving. Veurne focust op het meten en evalueren van evenementen. Menen zet data in om mobiliteit rond de Grote Markt te onderzoeken in het kader van een geplande heraanleg. Waregem bestudeert de relatie tussen handel, sport en cultuur, maar stelt haar datatraject voorlopig uit.
Het rapport bevat daarnaast richtlijnen voor lokale besturen over aanbestedingsprocedures, de opbouw van minicompetities, en inzichten rond data-integratie, privacy, samenwerking met handelaars en beleidsinterpretatie. De raamovereenkomst die uit het project voortkwam, staat open voor alle West-Vlaamse besturen en vormt een instrument om datagedreven beleid duurzaam in te bedden.
Afsluitend benadrukt het rapport dat DAKS 2.0 voor kleine steden een belangrijke springplank vormt naar structureel datagedreven beleid. Door data te verzamelen, te combineren en te interpreteren kunnen gemeenten hun centrumbeleid, mobiliteitsaanpak en economische initiatieven objectiever evalueren en toekomstgerichter vormgeven.
Deze tekst is gebaseerd op de originele bron en tot stand gekomen met inzet van AI-technologie. Controleer bij twijfel en hergebruik de bron voor juistheid en actualiteit.