Burgemeestersoverleg als spil voor regiovorming? Een beschrijvende analyse van de burgemeestersconferenties in de provincie West-Vlaanderen en regio Rivierenland

In kader van het Steunpunt Bestuurlijke Vernieuwing II (SBV II, 2021-2025) en in opvolging van eerder regio-onderzoek in SBV I1 wordt in de komende jaren o.m. onderzoek gevoerd naar tal van vraagstukken m.b.t. regionale samenwerking. Een belangrijk vraagstuk betreft de politieke governance op regionaal niveau. In de Vlaamse beleidsagenda omtrent regiovorming krijgen burgemeesters via het burgemeestersoverleg immers een centrale positie toegewezen. Daarom maakten we een verkennende en beschrijven…

In kader van het Steunpunt Bestuurlijke Vernieuwing II (SBV II, 2021-2025) en in opvolging van eerder regio-onderzoek in SBV I1 wordt in de komende jaren o.m. onderzoek gevoerd naar tal van vraagstukken m.b.t. regionale samenwerking. Een belangrijk vraagstuk betreft de politieke governance op regionaal niveau. In de Vlaamse beleidsagenda omtrent regiovorming krijgen burgemeesters via het burgemeestersoverleg immers een centrale positie toegewezen. Daarom maakten we een verkennende en beschrijvende analyse van de manier waarop burgemeestersoverleg (BO) in zes geselecteerde regio’s vorm krijgt.

We bekijken de vijf BO-praktijken in West-Vlaanderen (Westhoek, Zuid-West-Vlaanderen, Brugge, Oostende, Midwest) omdat daar al in sommige regio’s een langere traditie van overleg bestaat en de BO-praktijk in regio Rivierenland (regio Mechelen) omdat ze een meer recente maar ook wat andere BO-praktijk ontwikkelden. Het spreekt voor zich dat er elders in Vlaanderen ook nog interessante en relevante BO-praktijken te vinden zijn, maar voor het doel van deze nota en binnen de beschikbare tijd en middelen volstaat deze selectie.

Deze nota is verkennend en beschrijvend: ze maakt geen grondige doorlichting of evaluatie van de BOpraktijken, maar geeft feitelijk een aantal zaken weer die ook interessant kunnen zijn voor diegenen die relevante informatie met oog op de eigen BO-praktijk willen lezen. We benoemen met dat doel een aantal punten die relevant zijn om over te reflecteren. Deze nota steunt op gesprekken met de ondersteuners en voorzitters van het BO en relevante documentatie hieromtrent. We danken alvast beiden voor hun inbreng.

De nota bestaat uit negen punten. We beginnen met (1) een korte historiek. Vervolgens gaan we over tot (2) de samenstelling. Dan bespreken we (3) het voorzitterschap van het overleg. We gaan nadien in op (4) de frequentie van het overleg, (5) de inhoudelijke aard van de agenda, (6) de categorisering van agendapunten die wordt gehanteerd en bespreken (7) de terugkoppeling vanuit het overleg. We staan ook stil bij de betrokkenheid van (8) algemeen directeurs en de bredere politieke inbedding van het overleg (9). We ronden af met (10) een korte oplijsting van wat volgens ons relevant is voor beginnende BO-praktijken.