SERV Advies, 2025, 8 december: Advies BVR tot wijziging uitvoeringsbesluit bij decreet collectief maatwerk

Dit document bevat het formeel advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) over een voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering (BVR). Het besluit beoogt de structurele verankering, vanaf 1 januari 2026, van middelen voor sociale economie die tot nu toe jaarlijks via aparte subsidiebesluiten aan maatwerkbedrijven werden toegekend. Het gaat concreet om middelen uit eerdere Vlaamse intersectoraal akkoorden en het tripartite akkoord over de harmonisering van de RSZ-regels voor …

Dit document bevat het formeel advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) over een voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering (BVR). Het besluit beoogt de structurele verankering, vanaf 1 januari 2026, van middelen voor sociale economie die tot nu toe jaarlijks via aparte subsidiebesluiten aan maatwerkbedrijven werden toegekend. Het gaat concreet om middelen uit eerdere Vlaamse intersectoraal akkoorden en het tripartite akkoord over de harmonisering van de RSZ-regels voor maatwerkbedrijven.

Deze integratie wordt uitgevoerd binnen het bestaande kader van "maatwerk bij collectieve inschakeling" en moet budgetneutraal verlopen. De maatregelen waarborgen onder andere de eerder afgesproken koopkrachtmaatregelen voor doelgroepwerknemers en omkaderingspersoneel binnen paritair comité 327.01. De Minister van Financiën en Begroting had eerder geëist dat de financiering via deze weg juridisch verankerd zou worden.

De SERV waardeert het overlegproces en stelt zich positief op ten aanzien van deze oplossing, die de afspraken uit de sectorale akkoorden niet in gevaar brengt. Wel vraagt de SERV dat de flexibiliteit in de aanwending van middelen behouden blijft.