Deze publicatie biedt een uitgebreide beleidsanalyse over het opschalen van economische prikkels die bijdragen aan het behoud en het herstel van biodiversiteit. De focus ligt op het realiseren van Target 18 van het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework (KMGBF), waarin overheden worden opgeroepen schadelijke stimulansen af te bouwen en biodiversiteitsbevorderende stimulansen te versterken.
De analyse benadrukt dat biodiversiteit essentieel is voor menselijke gezondheid, economische veerkracht en het functioneren van ecosystemen, maar wereldwijd onder zware druk staat. Positieve economische prikkels — zoals belastingen op vervuiling, subsidies voor natuurherstel, verhandelbare emissierechten, biodiversiteitscompensatie en nieuwe instrumenten zoals biodiversiteitskredieten — kunnen bijdragen aan het corrigeren van marktfalen, waarbij ecologische kosten en baten onvoldoende worden weerspiegeld in economische beslissingen.
De publicatie biedt talrijke praktijkvoorbeelden en beleidsaanbevelingen voor het versterken van het instrumentarium. Tien cross-sectorale aanbevelingen worden geformuleerd, waaronder het stellen van duidelijke beleidsdoelstellingen, het betrekken van stakeholders, het waarborgen van ecologische meerwaarde (additionaliteit), het tegengaan van lek- en substitutie-effecten en het verhogen van transparantie, naleving en doeltreffende handhaving.
Zo toont het Ierse LIFE IP Wild Atlantic Nature-project hoe resultaatgerichte betalingen voor landbouwers bijdragen aan de verbetering van natuurkwaliteit, met een model dat toepasbaar is in vele agrarische natuurgebieden. In Ecuador werd via gemeentelijke waterfondsen een systeem opgezet waarbij gebruikers mee investeren in ecosysteemdiensten voor waterkwaliteit; dit model is inspirerend voor samenwerking tussen lokale besturen, drinkwatermaatschappijen en natuurverenigingen. Colombia biedt dan weer een voorbeeld van hoe belastinginkomsten uit koolstoftaksen gericht kunnen worden ingezet voor biodiversiteitsherstel via een geoormerkt biodiversiteitsfonds, bijvoorbeeld door delen van opbrengsten uit toerisme, parkeren of afvalverwerking te investeren in lokale natuurprojecten. Ook in Denemarken toont de invoering van een pesticidentaks hoe fiscale instrumenten kunnen bijdragen aan gedragsverandering bij landbouwers, met inkomsten die deels terugvloeien naar ecologische ondersteuning. Het Franse pilootprogramma voor betalingen voor ecosysteemdiensten bewijst dat kleinschalige, collectieve projecten op lokaal niveau — gedragen door landbouwers en lokale overheden — effectief kunnen zijn in het verbeteren van waterkwaliteit en biodiversiteit, mits voldoende flexibiliteit en betrokkenheid. Deze voorbeelden illustreren concrete en toepasbare maatregelen.
Ook de rol van ontwikkelingssamenwerking komt aan bod, onder andere via het ondersteunen van proefprojecten, het mobiliseren van binnenlandse middelen in ontwikkelingslanden en het versterken van gegevens- en monitoringssystemen. Tot slot bespreekt de publicatie hoe biodiversiteitsbevorderende prikkels geïntegreerd kunnen worden in bredere beleidsmixen voor milieu, klimaat, landbouw, visserij en ruimtelijke ordening.
Deze tekst is gebaseerd op de originele bron en tot stand gekomen met inzet van AI-technologie. Controleer bij twijfel en hergebruik de bron voor juistheid en actualiteit.