SALV / Minaraad / SERV Advies, 24 april 2024: Waterbeheerkwesties

De Minaraad, de SERV en de SALV beamen dat er nood is aan meer eenheid in het waterbeleid. Die eenheid stroomt niet alleen voort uit een breed gedragen probleemstelling maar ook uit een faire verdeling van de inspanningen. Dat stellen ze in hun advies over de Waterbeheerkwesties, de grote thema’s die volgens de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid het behalen van de waterdoelen via de zogenaamde stroomgebiedbeheerplannen in de weg staan.

De raden onderschrijven de vijf voorgestelde waterbe…

De Minaraad, de SERV en de SALV beamen dat er nood is aan meer eenheid in het waterbeleid. Die eenheid stroomt niet alleen voort uit een breed gedragen probleemstelling maar ook uit een faire verdeling van de inspanningen. Dat stellen ze in hun advies over de Waterbeheerkwesties, de grote thema’s die volgens de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid het behalen van de waterdoelen via de zogenaamde stroomgebiedbeheerplannen in de weg staan.

De raden onderschrijven de vijf voorgestelde waterbeheerkwesties in grote lijnen. Het onderscheid tussen wat wel en niet uitgevoerd is, kan duidelijker, net als het verschil tussen bestaande en nieuwe uitdagingen. Ze dringen aan op een goede analyse van de historische trends en de achterliggende oorzaken van vervuiling, de opname van ‘ecological flows’ en doorgedreven aandacht voor mogelijke efficiëntiewinsten in verschillende aspecten van het beleid.

De adviesraden formuleren proactief aanbevelingen over de aankomende Blue Deal nota. Die zal strategisch en budgettair richtinggevend zijn voor het waterbeleid de komende legislatuur. Het is essentieel dat het waterbeleid rimpelloos samenstroomt met belendende beleidskaders, zoals het Vlaams strategisch plan in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Er is consistentie nodig tussen doelen, middelen en maatregelen.

Om de waterkwaliteits- en waterzekerheidsdoelen te behalen is bijkomende financiering noodzakelijk. Betrek de raden bij de invulling van de financieringsvraagstukken en waarborg ook bij de opmaak van de doelen een kwaliteitsvolle participatie. De aangekondigde opmaak van minder strenge milieudoelstellingen vraagt een grondige onderbouwing, gebaseerd op objectieve kosten en baten. Daarbij is het belangrijk om de effecten van het beslist beleid correct in te schatten en de nood aan en bijkomende kost van nieuwe maatregelen bovenop nieuwe of recente wetgeving goed in beeld te brengen.

Minstens voor de maatregelen die zij (mee) moeten uitvoeren of waarvan zij de gevolgen zullen dragen, moeten de belanghebbenden worden betrokken bij het opstellen van het maatregelenprogramma, waaronder de disproportionaliteitsanalyse.