Mid-term evaluation of the cohesion policy programmmes 2021-2027: tussentijdse evaluatie van Europese investeringsfondsen 2021–2027

Deze publicatie bevat de tussentijdse evaluatie van drie grote Europese structuur- en investeringsfondsen in de programmaperiode 2021–2027: het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Cohesiefonds, en het Fonds voor een Rechtvaardige Transitie (JTF). De evaluatie werd opgesteld door de Europese Commissie in het kader van de verantwoording over de uitvoering, relevantie en impact van het cohesiebeleid.

Op basis van nationale en regionale rapportages, thematische analyses en publiek…

Deze publicatie bevat de tussentijdse evaluatie van drie grote Europese structuur- en investeringsfondsen in de programmaperiode 2021–2027: het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Cohesiefonds, en het Fonds voor een Rechtvaardige Transitie (JTF). De evaluatie werd opgesteld door de Europese Commissie in het kader van de verantwoording over de uitvoering, relevantie en impact van het cohesiebeleid.

Op basis van nationale en regionale rapportages, thematische analyses en publieke data evalueert het rapport de voortgang, beleidsafstemming en resultaten van de investeringen tot eind 2023. De fondsen zijn gericht op thema’s zoals groene en digitale transitie, economische weerbaarheid, sociale inclusie, en ondersteuning van regio’s in overgang.

Tot eind 2023 werd ongeveer 30% van het beschikbare budget van € 378 miljard geprogrammeerd, en een kleiner deel effectief uitgegeven. De trage opstart is deels te wijten aan overlapping met COVID-herstelmaatregelen, hoge inflatie, en vertraagde goedkeuring van programma’s. Ook voor België wordt gewezen op deze vertraagde opstart, met beperkte bestedingen in sommige programma’s. Toch tonen lidstaten al concrete vooruitgang in projecten voor hernieuwbare energie, digitale infrastructuur, energie-efficiëntie en sociale integratie.

Het rapport benadrukt het belang van vereenvoudiging van administratieve lasten, snellere projectselectie en sterkere focus op territoriale uitdagingen, onder meer in grensregio’s en minder ontwikkelde gebieden. Er wordt gepleit voor een betere aansluiting met REPowerEU, de Green Deal en de demografische transities.