Deze studie brengt het volledige potentieel voor hernieuwbare energie in Vlaanderen in kaart, inclusief ruimtelijke mogelijkheden voor grootschalige windturbines, zonne-energie en geothermie. De studie kadert binnen de uitvoering van de aangepaste Europese Hernieuwbare Energierichtlijn (EU) 2023/2413. Vlaanderen moet immers tegen mei 2025 zijn hernieuwbaar energiepotentieel met geschikte locaties in kaart brengen en tegen 2026 zogenaamde versnellingszones aanduiden.
Rapporten:
- Deelrapport I: Potentieel voor grootschalige windturbines
- Deelrapport II: Potentieel hernieuwbare energie overige bronnen (bv. zon, geothermie)
- Deelrapport III: Nota Versnellingszones voor windturbines & zonneparken
Deelrapport I analyseert hoeveel bijkomend potentieel Vlaanderen heeft voor windenergie op nieuwe locaties, welke ruimtelijke zones daarvoor in aanmerking komen en welke randvoorwaarden daarbij spelen. De Dynamische EnergieAtlas werd ingezet om realistische zoekzones te identificeren. Vlaanderen blijkt een beleidspotentieel te hebben van 3,8 GW aan grootschalige windturbines, goed voor een geschatte jaarlijkse productie van 9.500 GWh. Dit overschrijdt ruimschoots de openstaande doelstelling in het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030.
Toch is de realisatie geen evidentie, onder meer door versnipperde open ruimte en de nood aan clustering en bundeling, principes die nog niet overal gangbaar zijn in de vergunningenpraktijk. Het rapport geeft beleidsmakers, sectororganisaties, luchtvaartsector, netbeheerders en lokale besturen een duidelijk cijfermatig en ruimtelijk overzicht om samen te werken aan alternatieve scenario’s voor duurzame windenergie, met oog voor technologische innovaties, ruimtelijke kwaliteit en draagvlak.
Deelrapport II brengt het technisch potentieel per technologie in kaart op basis van bestaande en waar mogelijk geactualiseerde kaartlagen. Vlaanderen toont hiermee aan dat er voldoende potentieel is om de openstaande doelstellingen te behalen zoals vastgelegd in het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030. Voor zonne-energie op daken is er bijvoorbeeld een ruim overschot aan potentieel, maar de realisatie is afhankelijk van netcapaciteit, investeringsbereidheid en ondersteunende beleidsinstrumenten. Voor geothermie en alternatieve opties geldt dat blijvend detailonderzoek en flankerend beleid noodzakelijk zijn.
Het rapport biedt zo een waardevol overzicht voor beleidsmakers en sectororganisaties om prioriteiten en infrastructuur te plannen richting 2030.
Deelrapport III behandelt specifiek de afbakening van versnellingszones voor grootschalige windturbines en zonneparken in Vlaanderen. Deze zones zijn een verplichting vanuit de revisie van de Hernieuwbare Energierichtlijn (EU) 2023/2413 en moeten tegen februari 2026 door de lidstaten juridisch verankerd zijn.
In dit rapport werkt VITO een eerste oefening uit op basis van Europese richtlijnen, praktijkvoorbeelden en bilateraal overleg met DG ENER. Er worden concrete aanbevelingen gedaan voor Vlaanderen om tot een juridisch robuust kader te komen en een draagvlak te creëren met lokale besturen, netbeheerders en sectororganisaties. Het deelrapport bouwt verder op de resultaten van Deelrapport I (windpotentieel) en II (overige bronnen) en schetst zo de stap naar een versnelde realisatie van hernieuwbare energieprojecten binnen duidelijke zones.