Federale enquête over de mobiliteit in België 2024-2025: Verplaatsingsgedrag, vervoerswijzen en mobiliteitstrends in Vlaanderen, Brussel en Wallonië

De federale overheid organiseerde tussen september 2024 en september 2025 een grootschalige mobiliteitsenquête bij 13.613 volwassenen in België. Doel was om een representatief beeld te krijgen van het dagelijkse verplaatsingsgedrag van inwoners, met aandacht voor vervoerswijze, afstand, duur, regio en sociaaldemografische kenmerken. De enquête werd online afgenomen in samenwerking met onderzoeksbureau iVOX.

Volgens de resultaten verplaatst 85% van de Belgische volwassenen zich dagelijks gemiddel…

De federale overheid organiseerde tussen september 2024 en september 2025 een grootschalige mobiliteitsenquête bij 13.613 volwassenen in België. Doel was om een representatief beeld te krijgen van het dagelijkse verplaatsingsgedrag van inwoners, met aandacht voor vervoerswijze, afstand, duur, regio en sociaaldemografische kenmerken. De enquête werd online afgenomen in samenwerking met onderzoeksbureau iVOX.

Volgens de resultaten verplaatst 85% van de Belgische volwassenen zich dagelijks gemiddeld 3,4 keer. De wagen blijft dominant: goed voor 60% van de verplaatsingslussen en 78% van de afgelegde kilometers. Dit aandeel is de voorbije 25 jaar nagenoeg stabiel gebleven. Actieve vervoerswijzen (te voet of per fiets) worden vooral ingezet voor korte afstanden en zijn goed voor 8% van de totale afstand. Openbaar vervoer – met inbegrip van trein, tram, metro en bus – is beperkt tot 13% van de afgelegde afstand, maar wordt vaker gebruikt in stedelijke gebieden en bij lange verplaatsingen.

Fietsgebruik vertoont opvallende regionale verschillen. In Vlaanderen bedraagt het aandeel van de fiets in de afgelegde afstand 8%, tegenover minder dan 1% in Wallonië. Ook het gebruik van elektrische fietsen is sterk toegenomen en overtreft dat van klassieke fietsen. Speedpedelecs zijn het populairst bij de leeftijdsgroep 30–44 jaar.

In Brussel is het aandeel openbaar vervoer hoog: 20% van de afgelegde kilometers gebeurt er met bus, tram of metro. Ook verplaatsingen te voet (6%) komen er meer voor dan elders. De beschikbaarheid van openbaar vervoer blijkt een sterke invloed te hebben op de vervoerskeuze. In slecht bereikbare gebieden wordt het openbaar vervoer in minder dan 3% van de gevallen gebruikt, tegenover 33% in goed bereikbare zones.

De enquête biedt inzichten in het verplaatsingsgedrag per seizoen, per dagtype (weekdag, weekend of vakantie), per vervoerstype (combi-verplaatsingen, types fietsen), en de gemiddelde bezettingsgraad van auto’s (1,19 volwassenen per voertuig). In vergelijking met het Vlaamse Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG 7) zijn de resultaten voor Vlaanderen grotendeels gelijklopend. Enkel in Brussel wijken de cijfers sterker af, deels door de beperktere steekproef.

Deze tekst is gebaseerd op de originele bron en tot stand gekomen met inzet van AI-technologie. Controleer bij twijfel en hergebruik de bron voor juistheid en actualiteit.