De watervoorraden van de EU komen steeds meer onder druk te staan. Wanneer de watervoorraden ontoereikend zijn om aan de behoeften te voldoen, leidt dit tot waterstress en tot een verslechtering van de waterkwaliteit. Daarnaast zijn klimaatverandering, onvoorspelbare weerpatronen en droogte factoren die sterk bijdragen tot de verhoging van de druk op de beschikbaarheid van zoet water. Hergebruik van teruggewonnen water wordt algemeen erkend als een praktijk die bijdraagt tot een efficiënter beheer van watervoorraden en de aanpassing van onze systemen aan de klimaatverandering, in overeenstemming met de strategie van de EU zoals uiteengezet in de Europese Green Deal.
Verordening (EU) 2020/741 van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumeisen voor hergebruik van water (verordening inzake het hergebruik van water)(2)heeft als doel hergebruik van water voor irrigatie in de landbouw, een sector die bijzonder kwetsbaar kan zijn voor schaarse watervoorraden of een onderbroken watervoorziening, te vergemakkelijken en aan te moedigen, het voedselsysteem van de EU duurzamer en veerkrachtiger te maken(3)en tegelijkertijd de volksgezondheid en het milieu te beschermen.
In de met ingang van 26 juni 2023geldende verordening inzake het hergebruik van water worden uniforme minimumeisen inzake waterkwaliteit vastgesteld voor het veilige hergebruik van gezuiverd stedelijk afvalwater voor landbouwirrigatie. Door de geharmoniseerde minimumeisen zal de eengemaakte markt voor landbouwproducten naar behoren functioneren en zal het vertrouwen van de consument groter worden.
Op grond van deze verordening moet stedelijk afvalwater dat overeenkomstig de eisen van Richtlijn 91/271/EEG inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater)(4)wordt gezuiverd, verder behandeling ondergaan om aan de nieuwe minimale kwaliteitsparameters te voldoen en geschikt te worden voor gebruik in de landbouw.
Naast de uniforme minimumeisen voor waterkwaliteit bevat de verordening ook uniforme minimumeisen voor monitoring, regels inzake risicobeheer om potentiële bijkomende gezondheidsrisico’s en milieurisico’s te beoordelen en aan te pakken, vergunningsverplichtingen en transparantieregels, op grond waarvan belangrijke informatie over alle projecten voor hergebruik van water openbaar moet worden gemaakt.
In artikel 11, lid 5, van de verordening inzake het hergebruik van water is bepaald dat de Commissie in overleg met de lidstaten richtsnoeren moet opstellen voor de toepassing van de verordening. Die richtsnoeren worden in deze mededeling uiteengezet. Deze mededeling is opgesteld in nauwe samenwerking met de werkgroep inzake hergebruik van water(5)— opgericht in het kader van de strategische coördinatiegroep voor waterbeleid(6)— waarvan de autoriteiten van de lidstaten en organisaties van belanghebbenden deel uitmaken. De werkgroep inzake hergebruik van water heeft het document tijdens twee vergaderingen op 21-22 oktober 2021en op 18 februari 2022grondig besproken en heeft schriftelijke opmerkingen ingediend.
Punt 2 van deze richtsnoeren heeft betrekking op de algemene en administratieve verplichtingen van de verordening, met inbegrip van het toepassingsgebied ervan. Punt 3 heeft betrekking op de meer technische aspecten.