De vernieuwde enquête naar de arbeidskrachten (EAK) in 2021

Deze analyse gaat dieper in op de wijzigingen aan de vragenlijst van de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK)
die Statbel in 2021 doorvoerde. De aanpassingen aan de vragenlijst zijn het gevolg van een nieuw Europees
kaderreglement (EU-verordening 2019/1700) dat van toepassing is op de dataverzameling van verschillende
enquêtes in het domein van sociale statistieken. Dit kaderreglement voorziet voor de Enquête naar de
Arbeidskrachten in een herziening van de variabelenlijst en een meer uniforme m…

Deze analyse gaat dieper in op de wijzigingen aan de vragenlijst van de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK)
die Statbel in 2021 doorvoerde. De aanpassingen aan de vragenlijst zijn het gevolg van een nieuw Europees
kaderreglement (EU-verordening 2019/1700) dat van toepassing is op de dataverzameling van verschillende
enquêtes in het domein van sociale statistieken. Dit kaderreglement voorziet voor de Enquête naar de
Arbeidskrachten in een herziening van de variabelenlijst en een meer uniforme manier van meten van bepaalde
essentiële concepten, zoals het arbeidsmarktstatuut of de arbeidsduur. Dit alles heeft tot doel de
vergelijkbaarheid tussen de EU-lidstaten te verhogen.

Een essentieel onderdeel van de nieuwe vragenlijst is de meting van het arbeidsmarktstatuut (werkend,
werkloos, niet-actief). Via het nieuwe kaderreglement wordt deze meting in overeenstemming gebracht met de
aangepaste operationele definities van werkgelegenheid en werkloosheid van het Internationaal Arbeidsbureau
(IAB). Daarnaast streeft Eurostat, de statistische dienst van de Europese Unie, naar meer inputharmonisatie door
het wettelijk opleggen van flowcharts. Die moeten garanderen dat de verschillende EU-lidstaten de essentiële
concepten die het arbeidsmarktstatuut bepalen, op exact dezelfde manier interpreteren en meten.

Een tweede belangrijk onderdeel van de vragenlijst is het blok dat tot doel heeft de arbeidsduur te meten. Ook
hier werden belangrijke wijzigingen doorgevoerd, die opnieuw tot doel hebben een meer uniforme meting te
garanderen tussen de verschillende EU-lidstaten en aldus tot resultaten te komen die beter vergelijkbaar zijn op
Europees vlak.