Beleids- en begrotingstoelichting (BBT) naar aanleiding van de begrotingsopmaak 2026: Energie en Klimaat

Deze beleids- en begrotingstoelichting 2026 betreft het Vlaamse energie- en klimaatbeleid. De tekst beschrijft geen rapportering van realisaties, maar focust op toekomstige beleidsacties en de geplande inzet van begrotingsmiddelen. De toelichting is opgebouwd rond twee inhoudelijke structuurelementen: Klimaat en Energie, elk met hun specifieke strategische en operationele doelstellingen, gekoppeld aan een eigen begrotingsprogramma.

De klimaatdoelstellingen steunen op het geactualiseerde Vlaams E…

Deze beleids- en begrotingstoelichting 2026 betreft het Vlaamse energie- en klimaatbeleid. De tekst beschrijft geen rapportering van realisaties, maar focust op toekomstige beleidsacties en de geplande inzet van begrotingsmiddelen. De toelichting is opgebouwd rond twee inhoudelijke structuurelementen: Klimaat en Energie, elk met hun specifieke strategische en operationele doelstellingen, gekoppeld aan een eigen begrotingsprogramma.

De klimaatdoelstellingen steunen op het geactualiseerde Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP 2021-2030). Vlaanderen streeft daarbij naar een reductie van de ESR-broeikasgasuitstoot met 40% tegen 2030. Dat vergt ingrepen in transport, gebouwen, landbouw en industrie. Binnen het beleidsveld klimaat staat onder meer de werking van het Vlaams Klimaatfonds centraal. Dat fonds haalt zijn inkomsten voornamelijk uit de veiling van Europese emissierechten. Voor 2026 worden die inkomsten geraamd op 252,8 miljoen euro, wat 22 miljoen minder is dan in 2025 door een lager veilingvolume. Daarnaast voorziet men een aantal strategische uitgaven, zoals een terugbetaling van 258 miljoen euro aan het Fonds voor Innoveren en Ondernemen voor de compensatie van indirecte emissiekosten.

Voor het beleidsveld energie staan zeven strategische doelstellingen centraal, waaronder de versnelling naar een klimaatneutraal gebouwenpark, het verhogen van energie-efficiëntie in bedrijven, en het versterken van het sociaal energiebeleid. Belangrijke instrumenten hierbij zijn de Mijn VerbouwPremie (42,2 miljoen euro), de Mijn VerbouwLening (27,8 miljoen euro aan rentekosten) en het renteloos renovatiekrediet. In totaal voorziet men in 2026 113 miljoen euro reguliere kredieten voor de Mijn VerbouwPremie en 341 miljoen euro aan leningsmachtigingen voor energieleningen.

De energietransitie wordt ook ondersteund door bijkomende investeringen in netinfrastructuur, met name in de robuuste positie van Fluvius. Elektrificatie wordt gestimuleerd door het goedkoper maken van elektriciteit en het behouden van warmtepomp-premies tot 2027. Ook het risico op netcongestie wordt aangepakt.

Tot slot is er bijzondere aandacht voor samenwerking over beleidsniveaus heen, zowel binnen België als in Europees verband. Zo zet Vlaanderen in op een constructieve rol in het Europese klimaatbeleid (Fit for 55, CBAM, ETS), en werkt het verder aan een Belgisch energiepact en de voorbereiding van het Nationaal Energie- en Klimaatplan 2031–2040.

Deze tekst is gebaseerd op de originele bron en tot stand gekomen met inzet van AI-technologie. Controleer bij twijfel en hergebruik de bron voor juistheid en actualiteit.