Naar een 1e statistiek van de geconsolideerde Vlaamse overheidsinvesteringen

Deze nota biedt een eerste poging tot het ontwikkelen van een geconsolideerde statistiek van de Vlaamse overheidsinvesteringen voor de periode 2012-2017. De focus ligt op publieke investeringen van de Vlaamse overheid, lokale besturen en semi-publieke entiteiten binnen Vlaanderen. Het rapport groepeert de investeringen volgens drie luiken: de Vlaamse overheid zelf, BBC-plichtige lokale besturen zoals gemeenten en provincies, en andere lokale entiteiten zoals intercommunales en eredienstbesturen.…

Deze nota biedt een eerste poging tot het ontwikkelen van een geconsolideerde statistiek van de Vlaamse overheidsinvesteringen voor de periode 2012-2017. De focus ligt op publieke investeringen van de Vlaamse overheid, lokale besturen en semi-publieke entiteiten binnen Vlaanderen. Het rapport groepeert de investeringen volgens drie luiken: de Vlaamse overheid zelf, BBC-plichtige lokale besturen zoals gemeenten en provincies, en andere lokale entiteiten zoals intercommunales en eredienstbesturen.

De analyse maakt een onderscheid tussen kerninvesteringen (zoals uitgaven voor gebouwen, machines en gronden) en verschillende schillen, waaronder investeringssubsidies, participaties, O&O-uitgaven en publiek-private samenwerkingen (PPS). De consolidatie voorkomt dubbeltellingen van investeringsstromen tussen overheden. In totaal bedroegen de geconsolideerde Vlaamse overheidsinvesteringen in 2017 circa 9,2 miljard euro, of 3,55% van het bruto binnenlands product van het Vlaams Gewest.

De grootste investeringscomponent bestaat uit kerninvesteringen, vooral in schoolinfrastructuur en wegen- en waterbouwkundige werken. Andere belangrijke posten zijn financiële participaties, voornamelijk via de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en het Vlaams Woningfonds (VWF), en geactiveerde uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (O&O).

De gegevens tonen ook een lichte daling in 2015, gevolgd door groei in 2016 en 2017. De Vlaamse overheid was verantwoordelijk voor het grootste aandeel van de investeringen, gevolgd door de lokale besturen. Private investeringen via PPS-constructies bleven beperkt in omvang.

Deze publicatie vormt een basis voor verder onderzoek en statistische verfijning, zoals de nood aan betere regionalisatie van O&O-uitgaven en een nauwkeuriger invulling van investeringscodes. De methodiek werd afgestemd met erkende publieke actoren volgens het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR).

Deze tekst is gebaseerd op de originele bron en tot stand gekomen met inzet van AI-technologie. Controleer bij twijfel en hergebruik de bron voor juistheid en actualiteit.