In 2006 werd in Waregem voor de eerste keer een woonplan opgemaakt: een breed onderzoek dat resulteerde in strategische doelstellingen en een actieprogramma.
In 2009 werd duidelijk dat dit woonplan toe was aan een actualisatie, vooral op vlak van een programmatie
van sociale huisvesting. Een eerste reden hiervoor is het decreet grond- en pandenbeleid dat op 1 september 2009 van kracht werd en een totaal nieuw juridisch kader betekent voor het lokale woonbeleid.
Een tweede reden is het groot aantal nieuwe en grootschalige woonprojecten die in Waregem lopende zijn, op stapel staan, gepland worden. Hier was in 2006 nog geen zicht op. Deze projecten vragen om een samenhangende visie op schaal van de ganse gemeente.
Het opstellen van een programmatie van sociale huisvesting omvat twee onderdelen: een kwantitatief luik (hoeveel en waar) en een kwalitatief luik (welk type of doelgroep). Het voorliggend document is een tussentijds rapport omtrent het eerste deel: een kwantitatieve programmatie van de sociale huisvesting. Als planningshorizon werd 2020 gehanteerd, in analogie met de horizon van het decreet grond- en pandenbeleid. Het document is geen weergave van het ganse onderzoek dat in het kader van de programmatie sociale huisvesting gevoerd werd. Het is wel een communicatief beleidsdocument. Het document focust op de 4 doelstellingen die in de loop van het onderzoek duidelijk werden:
- streven naar een realistisch totaal aantal bijkomende sociale woningen
- tegengaan van te grote concentraties van sociale woningen
- actief inzetten op bijkomende sociale woningen in Beveren-Leie
- aandacht hebben voor de realiseerbaarheid van de projecten
In wat volgt wordt de motivatie van iedere doelstelling gegeven op basis van vaststellingen in het onderzoek. De doelstellingen worden omschreven en vertaald in acties. Op basis van tussentijdse resultaten werd discussie gevoerd in een gemeentelijke werkgroep, met de hogere besturen, in het lokaal woonoverleg. De bemerkingen die op deze overlegmomenten geformuleerd werden zijn in de tekst reeds
meegenomen. In een tweede luik (vanaf hoofdstuk 6) wordt een kwalitatieve programmatie uitgewerkt. Er wordt verder gewerkt op de resultaten van het eerste deel. Eenmaal de aantallen sociale woningen min of meer gekend zijn, stelt de vraag zich immers: welk soort sociale woningen moeten er gebouwd worden?
Belangrijke input werd hierbij gegeven vanuit de woon- en welzijnsactoren zelf die in Waregem actief zijn. Deze werden individueel bevraagd in het kader van het lokaal toewijzingsreglement.