Deze derde editie geeft een overzicht van de uitstoot en het energieverbruik in de grootste uitstotende sectoren in België – transport, gebouwen, industrie, landbouw en energie-industrie – en koppelt die aan prijzen, belastingen en andere prijsinstrumenten rond energie en koolstof. De publicatie bouwt voort op eerdere edities en breidt de analyse uit met niet-energetische kosten en een gedetailleerde beoordeling van de impact van het nieuwe Europese emissiehandelssysteem ETS2 op transport- en verwarmingskosten.
De studie toont dat bijna drie kwart van alle Belgische broeikasgasemissies verband houdt met energiegebruik. Om de klimaatdoelstellingen te halen, moeten verbruik en uitstoot fors dalen via energiebesparing, hogere efficiëntie en meer hernieuwbare alternatieven. Prijsprikkels spelen daarbij een centrale rol: accijnzen, btw, nettarieven en andere heffingen bepalen in sterke mate of burgers en bedrijven kiezen voor fossiele of duurzame oplossingen.
De auteurs stellen vast dat prijssignalen vaak vertekend zijn. Door uiteenlopende accijnstarieven per sector en energieproduct, kortingen en vrijstellingen ontstaan fossiele brandstofsubsidies. Voorbeelden zijn de gedeeltelijke terugbetaling van accijnzen op professionele diesel, gunstige fiscale behandeling van bedrijfswagens en tankkaarten, sociale energietarieven en vrijstellingen in industrie en landbouw. Deze voordelen maken fossiele energie goedkoper dan duurzame alternatieven en vertragen zo de transitie.
Naast sectorale verschillen spelen ook de Belgische staatsstructuur en het Europese niveau een grote rol. Federaal en de gewesten Vlaanderen, Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voeren eigen belastingen en subsidies in, wat leidt tot verschillen en soms inconsistenties tussen beleidsniveaus. De Europese Unie vormt een extra laag met regels rond energiebelasting, het bestaande emissiehandelssysteem EU ETS en nieuwe instrumenten zoals ETS2, het Sociaal Klimaatfonds en het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). Die genereren nieuwe inkomsten, maar hun verdeling tussen federale en regionale overheden is vaak onderwerp van discussie.
De publicatie analyseert ook de impact van de klimaattransitie op de overheidsfinanciën. In 2023 brachten federale energiebelastingen en de veiling van ETS-rechten samen 9,7 miljard euro op. Tegelijk zal de afbouw van fossiele brandstoffen de inkomsten uit accijnzen en btw op energie tegen 2050 sterk doen dalen, terwijl nieuwe instrumenten zoals ETS2 en CBAM extra middelen kunnen opleveren. De auteurs benadrukken dat het uitfaseren van fossiele brandstofsubsidies en een doordachte hervorming van de energiefiscaliteit nodig zijn om zowel de klimaatdoelen te halen als de begrotingsimpact te beheersen.
Tot slot beschrijft het rapport recente beleidsontwikkelingen in België en op EU-niveau, waaronder de hervorming van accijnzen en btw op gas en elektriciteit, de invoering van een cliquetsysteem dat accijnzen laat meebewegen met marktprijzen, en regionale energieakkoorden met bedrijven in Vlaanderen en Wallonië. De hoofdconclusie is dat een consequente hervorming van energie- en koolstofprijzen cruciaal is om de Belgische energietransitie te versnellen, de inkomsten van de overheid toekomstbestendig te maken en de economie weerbaarder te maken voor energiecrisissen.