De jaarlijkse structurele ondernemingsstatistieken beschrijven de structuur, het beleid en de prestaties van de ondernemingen volgens hun economische activiteit. Ze brengen de niet-financiële marktgerichte economie in beeld, meer bepaald de industrie, de bouw, de handel en heel wat dienstenactiviteiten. Landbouw, financiële sector, publieke administratie en de (grotendeels) niet-marktgerichte diensten, zoals onderwijs en gezondheidszorg, zijn niet inbegrepen. De structurele statistieken bevatten vele diverse ondernemingsindicatoren (opbrengsten, aankopen, investeringen, personeelskosten, tewerkstelling, ..) tot op een zeer gedetailleerd niveau. De veelheid aan informatie dient als basis voor het uitstippelen van het Belgisch en Europees economische beleid. Het is een nuttige bron voor onderzoekers en laat bovendien ondernemingen toe hun positie binnen een bepaalde bedrijfstak beter in te schatten. Deze statistiek biedt heel wat toepassingsmogelijkheden. Hieronder staan enkele beschikbare variabelen en mogelijke analyses opgesomd. Deze informatie is beschikbaar op niveau van de economische sectoren (volgens de NACE Rev. 2 nomenclatuur) en/of een bepaalde grootteklasse:
-
Boekhoudkundige (financiële) informatie raadplegen: omzet, aankopen van goederen en diensten, investeringen, …
-
Tewerkstellingsindicatoren raadplegen: personeelskosten, aantal werknemers, fulltime equivalenten, …
-
Performantie, productiviteit en winstgevendheid vergelijken: gemiddelde personeelskosten, bruto exploitatiecoëfficiënt, schijnbare en voor de personeelskosten aangepaste arbeidsproductiviteit, …
-
Nagaan of er een shift is van de industriële sector naar de dienstensector, en indien ja, voor welke economische sectoren
-
Een gedetailleerde analyse van kleine, middelgrote of grote ondernemingen maken
-
zijn gespecialiseerd zijn in de vervaardiging van een bepaalde activiteit, zoals bijvoorbeeld het bewerken van edelstenen of de vervaardiging van computers
De structurele ondernemingsstatistieken zijn gebaseerd op informatie verkregen bij een steekproef van ondernemingen. Voor een gedeelte van de steekproef (voornamelijk grote ondernemingen) wordt de financiële informatie ingewonnen via de ‘enquête naar de structuur van de ondernemingen’, voor een andere gedeelte (voornamelijk kleine bedrijven) wordt de informatie verkregen via imputatie-technieken die gebruik maken van (historische) enquêtegegevens enerzijds en administratieve gegevens (afkomstig van jaarrekeningen en btw-bestanden) anderzijds. Loon- en tewerkstellingsvariabelen worden voor de volledige steekproef berekend aan de hand van administratieve bestanden (afkomstig van rsz-bestanden en/of sociale balans). De informatie verkregen bij de steekproef van ondernemingen wordt nadien geëxtrapoleerd naar de volledige populatie van Belgische ondernemingen. De kwaliteit van de cijfers is in grote mate afhankelijk van de verkregen response van de bedrijven, en de kwaliteit van de nace-codes.
Structurele ondernemingsstatistieken hebben als voornaamste doel een beeld te geven van de structuur van de economie op een gegeven tijdstip. In wat volgt wordt via enkele tabellen en grafieken een beeld gegeven van de structuur van de Belgische economie en enkele mogelijkheden van de structurele ondernemingsstatistieken. Hiervoor gebruiken we cijfergegevens van 2015. De financiële informatie van ondernemingen is enkele maanden na het verstrijken van het financiële boekjaar beschikbaar, nadien worden deze gegevens ingezameld, geverifieerd en omgezet in indicatoren. Structurele ondernemingsstatistieken worden bekend gemaakt ongeveer 21 maanden na het einde van het referentiejaar.