MORA Advies, 2025, 6 mei: Vaststelling havenverkeersverordening haven van Oostende

Het advies behandelt de invoering van een nieuw reglementair kader voor het verkeer van havenvoertuigen binnen het havengebied Oostende. Dit kader is essentieel om het verkeer in de haven veiliger, duurzamer en juridisch duidelijker te organiseren en sluit aan bij het Havendecreet van 2 maart 1999.

Achtergrond en doelstelling
De verordening is voorbereid op initiatief van het havenbedrijf en regelt specifiek het verkeer en het gebruik van havenvoertuigen, met aandacht voor technische eisen en de …

Het advies behandelt de invoering van een nieuw reglementair kader voor het verkeer van havenvoertuigen binnen het havengebied Oostende. Dit kader is essentieel om het verkeer in de haven veiliger, duurzamer en juridisch duidelijker te organiseren en sluit aan bij het Havendecreet van 2 maart 1999.

Achtergrond en doelstelling
De verordening is voorbereid op initiatief van het havenbedrijf en regelt specifiek het verkeer en het gebruik van havenvoertuigen, met aandacht voor technische eisen en de eigenheid van deze voertuigen. De adviesvraag werd ingediend door Annick De Ridder, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Havens en Sport, en het advies is formeel goedgekeurd op 23 mei 2025.

Belangrijkste aandachtspunten en aanbevelingen van MORA:

1. Monitoring en evaluatie
MORA adviseert om de impact van de Havenverkeersverordening actief te monitoren en na verloop van tijd grondig te evalueren. Daarbij wordt o.a. aandacht gevraagd voor:

• Het aantal afgegeven vergunningen voor havenvoertuigen
• Het aantal en de aard van ongevallen
• De handhaving
• Administratieve lasten voor bedrijven
• Financiële gevolgen voor de sector

Er wordt verwezen naar gelijkaardige evaluaties in andere Vlaamse havens zoals Port of Antwerp-Bruges en North Sea Port, en aanbevolen dit ook voor Oostende structureel te organiseren.

2. Beperken van administratieve en financiële lasten
MORA vraagt de Vlaamse Regering om de bijkomende administratieve en financiële lasten die de nieuwe regels met zich meebrengen voor havenbedrijven, tot een minimum te beperken. De nieuwe regelgeving moet een goed evenwicht vinden tussen rechtszekerheid, duurzaamheid en verkeersveiligheid enerzijds en werkbaarheid voor de sector anderzijds.

3. Uniformiteit tussen Vlaamse havens
Het advies benadrukt het belang van maximale uniformiteit in de verkeersverordeningen van de verschillende Vlaamse havens. Zo wordt een gelijk speelveld (“level playing field”) voor bedrijven en vervoerders nagestreefd, ondanks de noodzaak tot enige lokale aanpassing. Er worden enkele verschillen aangehaald tussen de verordeningen van Oostende, Antwerpen en North Sea Port, bijvoorbeeld in de duur van vergunningen en erkenningen van havenvoertuigen. MORA beveelt aan om, waar mogelijk, de regels verder te stroomlijnen en af te stemmen.