Methodische ondersteuning van lokale tellingen van personen in een situatie van dak- en thuisloosheid

In opdracht van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin voerde het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) een point-in-time telling dak- en thuisloosheid uit in zes regio’s in Vlaanderen. Dit onderzoek gebeurde in samenwerking met de Koning Boudewijnstichting. Naast de lokale cijferrapporten beschrijft dit procesrapport het onderzoeksproject van de lokale point-in-time tellingen dak- en thuisloosheid.
Het rapport start met de beschrijving van de gehanteerde methode en van de…

In opdracht van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin voerde het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) een point-in-time telling dak- en thuisloosheid uit in zes regio’s in Vlaanderen. Dit onderzoek gebeurde in samenwerking met de Koning Boudewijnstichting. Naast de lokale cijferrapporten beschrijft dit procesrapport het onderzoeksproject van de lokale point-in-time tellingen dak- en thuisloosheid.
Het rapport start met de beschrijving van de gehanteerde methode en van de zes regio’s waar een dak- en thuislozentelling plaatsvond (Hoofdstuk 1). Net zoals bij de dak- en thuislozentellingen uit 2020 en 2021, maken we gebruik van de point-in-time methode en de ETHOS Light-typologie om dak- en thuisloosheid te definiëren. Na een oproep voor deelname aan de Vlaamse bovenlokale netwerken dak- en thuisloosheid en de eerstelijnszones, konden regio’s zich kandidaat stellen om deel te nemen aan
deze tellingen. Alle regio’s die zich kandidaat stelden, werden weerhouden en organiseerden een point-in-time dak- en thuislozentelling. Het gaat om de regio’s Middenkust, arrondissement Brugge, Midwest, Boom-Mechelen-Lier, Waasland en zorgregio Kempen.
Daarna volgt in het rapport een toelichting van de keuzes en beslissingen die voor deze tellingen werden gemaakt (Hoofdstuk 2). Meer bepaald gaat het over de beslissingen in verband met de gevolgen van de oorlog in Oekraïne op de dak- en thuislozentellingen, de keuze om de telling in stad Antwerpen uit te stellen en de vernieuwde richtlijnen voor het meetellen van campingbewoners. We beslisten om de Oekraïense vluchtelingen in een situatie van dak- en thuisloosheid wel te tellen, maar niet mee te tellen in de absolute aantallen.

Vervolgens lichten we in het rapport de mogelijkheden voor extrapolaties naar Vlaanderen toe op basis van de point-in-time tellingen dak- en thuisloosheid van 2020 (stad Leuven, stad Gent en provincie Limburg), 2021 (Zuid-West-Vlaanderen en eerstelijnszone BraViO) en 2022 (Hoofdstuk 3). We maken schattingen voor het aantal dak- en thuisloze volwassenen en voor het aantal direct betrokken minderjarige kinderen in Vlaanderen, alsook voor de verblijfsituatie. Voor deze berekeningen delen we
de Vlaamse steden en gemeenten op in verschillende categorieën en de extrapolaties worden gemaakt op basis van het aantal inwoners.