Luchtemissierekeningen België 2008-2023

Deze publicatie biedt een overzicht van de evolutie van luchtemissies in België tussen 2008 en 2023 op basis van de Europese luchtemissierekeningen (AEA). De focus ligt op vier emissiecategorieën: broeikasgassen, verzurende gassen, troposferisch ozonvormende stoffen en fijn stof. Elk type emissie wordt geanalyseerd op basis van de uitstoot door verschillende economische sectoren, met aandacht voor de meest relevante gassen en de evolutie over de tijd.

De uitstoot van broeikasgassen (CO₂, CH₄, N…

Deze publicatie biedt een overzicht van de evolutie van luchtemissies in België tussen 2008 en 2023 op basis van de Europese luchtemissierekeningen (AEA). De focus ligt op vier emissiecategorieën: broeikasgassen, verzurende gassen, troposferisch ozonvormende stoffen en fijn stof. Elk type emissie wordt geanalyseerd op basis van de uitstoot door verschillende economische sectoren, met aandacht voor de meest relevante gassen en de evolutie over de tijd.

De uitstoot van broeikasgassen (CO₂, CH₄, N₂O, fluorgassen) daalde met 28%. Vooral de energiesector (-44%), transportsector (-34%) en industrie (-32%) verminderden hun bijdrage, hoewel huishoudens en de dienstensector hun uitstoot in 2023 licht verhoogden. CO₂ blijft dominant, goed voor 87% van de broeikasgassen in 2023.

Bij de verzurende gassen (SO₂, NOₓ en NH₃) was de afname 49%. Zwaveldioxide daalde met 80%, stikstofoxides met 54% en ammoniak met 16%. Toch steeg het aandeel van ammoniak, vooral uit landbouw. De primaire sector is nu de grootste bron van verzurende uitstoot (52%).

Voor troposferisch ozonvormende stoffen (NOₓ, NMVOC, CO en CH₄) werd een daling van 48% geregistreerd. De industrie, transport en huishoudens blijven belangrijke bijdragers aan deze vorm van luchtvervuiling. De uitstoot van CO kende de grootste daling (-59%).

Fijn stof (PM10 en PM2,5) daalde respectievelijk met 36% en 48%. Huishoudens zijn de grootste bron, vooral door verwarming. De uitstoot volgt het seizoenspatroon en weersomstandigheden (bv. strenge of zachte winters). Enkel in de primaire sector bleef de uitstoot van PM10 nagenoeg constant.

De methodologische toelichting verduidelijkt dat updates in data-inventarissen en energiegebruik (bv. door extrapolaties voor Wallonië in 2023) tot correcties leiden. Ook werd een nieuwe methode ingevoerd om emissies van wegverkeer toe te wijzen via brandstofaccijnzen in plaats van voertuigaantallen, wat impact heeft op de verdeling van emissies over de sectoren.

Deze tekst is gebaseerd op de originele bron en tot stand gekomen met inzet van AI-technologie. Controleer bij twijfel en hergebruik de bron voor juistheid en actualiteit.