Landinrichtingsproject De Westhoek – Deel F: Randstedelijke gebieden: Ruimtelijke visie voor de overgangsgebieden tussen stad en open ruimte

In dit deelrappor worden de randstedelijke gebieden rond Nieuwpoort en Adinkerke – De Panne bestudeerd. Deze zones vormen de overgang tussen verstedelijkt kustgebied en open polderlandschap. Door hun ligging zijn ze onderhevig aan grote ruimtelijke druk van onder meer recreatie, woningbouw, bedrijvigheid en infrastructuur.

Het rapport stelt vast dat deze gebieden snel veranderen onder invloed van economische en toeristische ontwikkelingen, waarbij de oorspronkelijke functies zoals landbouw …

In dit deelrappor worden de randstedelijke gebieden rond Nieuwpoort en Adinkerke – De Panne bestudeerd. Deze zones vormen de overgang tussen verstedelijkt kustgebied en open polderlandschap. Door hun ligging zijn ze onderhevig aan grote ruimtelijke druk van onder meer recreatie, woningbouw, bedrijvigheid en infrastructuur.

Het rapport stelt vast dat deze gebieden snel veranderen onder invloed van economische en toeristische ontwikkelingen, waarbij de oorspronkelijke functies zoals landbouw of natuurbeheer dreigen te verdwijnen. De studie stelt daarom een geïntegreerde ruimtelijke visie voor, met aandacht voor landschap, ecologie, landbouw, erfgoed, recreatie en mobiliteit.

Voor Nieuwpoort ligt de focus op het behoud van open ruimte (bv. Lenspolder), het herstel van natuurlijke structuren (zoals de IJzermonding en duinen), en het verbeteren van de samenhang tussen stedelijke en natuurlijke functies (bv. via landschapsbuffers en fietsverbindingen). Projectzones zoals Novus Portus, het sluizencomplex De Ganzepoot, en de Simliduinen krijgen een aparte benadering.

Voor het gebied Adinkerke – De Panne – Veurne ligt de nadruk op de waarde van duin-polderovergangen (zoals de Cabourgduinen) en het behoud van open ruimte in de Moeren. Er wordt gewaarschuwd voor versnippering van landbouwzones door infrastructuur (zoals de A18), voor ongestructureerde KMO-ontwikkeling en de druk op recreatiezones zoals De Drie Vijvers en het Melipark.

De studie stelt verschillende ontwikkelingsscenario’s voor die de identiteit van de regio willen bewaren. Er wordt gepleit voor compacte steden en dorpen, bufferzones tussen functies, landschappelijke integratie van infrastructuur en een mix van recreatie en natuurbeheer. Ecologisch kwetsbare zones zoals de IJzermonding, Simliduinen, Cabourgduinen en de Moeren worden aangeduid als kerngebieden voor bescherming en ontwikkeling.

Een bijzondere aandacht gaat naar het behoud van landmarks (zoals de torens van Veurne, Koning Albert I-monument in Nieuwpoort en de Sint-Karelsmolen in de Moeren) die bijdragen aan de herkenbaarheid en oriëntatie in het landschap.