Genetische diversiteit van landbouwgewassen in Vlaanderen

In de problematiek van biodiversiteit in relatie tot landbouw onderscheidt men doorgaans drie niveaus (OECD, 2001; Wascher, 2000; [1]): genetische diversiteit, soortendiversiteit en ecosysteem- of habitatdiversiteit.

1. Onder genetische diversiteit verstaan we de verscheidenheid aan genen van gedomesticeerde planten en dieren.

2. Soortendiversiteit is de verscheidenheid aan niet-gedomesticeerde (‘wilde’) planten, dieren en micro-organismen.

3. Ecosysteem- of habitatdiversiteit verwijst naar de v…

In de problematiek van biodiversiteit in relatie tot landbouw onderscheidt men doorgaans drie niveaus (OECD, 2001; Wascher, 2000; [1]): genetische diversiteit, soortendiversiteit en ecosysteem- of habitatdiversiteit.

1. Onder genetische diversiteit verstaan we de verscheidenheid aan genen van gedomesticeerde planten en dieren.

2. Soortendiversiteit is de verscheidenheid aan niet-gedomesticeerde (‘wilde’) planten, dieren en micro-organismen.

3. Ecosysteem- of habitatdiversiteit verwijst naar de verscheidenheid aan ecosystemen die soorten huisvesten die gerelateerd zijn aan landbouw, of die afhankelijk zijn van habitats die voorkomen op en rond een landbouwbedrijf.

Deze studie heeft betrekking op het eerste aspect van biodiversiteit: de genetische diversiteit van landbouwgewassen en -huisdieren. Het onderzoek beperkt zich tot de genetische diversiteit van landbouwgewassen in Vlaanderen.