Het charter is opgesteld door de Europese Raad van Ruimtelijke Planners en wordt in geheel Europa breed gedragen. De hoofddoelstelling van het charter is om de participatie drastisch te verhogen. Op deze manier worden de burgers betrokken bij het uitdenken en uitwerken van onder andere ruimtelijke uitvoeringsplannen. Met dit charter wordt het signaal gegeven dat participatie de norm wordt, want plannen opmaken zonder op z’n minst te luisteren naar wat buurtbewoners ervan denken, is niet meer van deze tijd.
Als een organisatie het charter ondertekent, belooft zij om de principes van participatie toe te passen op alle ruimtelijke planningsprocessen. Het is een engagementsverklaring waarbij de organisatie zich engageert om participatie als kernwaarde te zien binnen ruimtelijke planning. De ondertekening heeft geen formele gevolgen.
Een organisatie die het charter ondertekent, sluit aan bij een netwerk van andere ondertekenaars met de nodige kennis- en ervaringsuitwisseling en met goede voorbeelden en valkuilen. In het kader van de European Planning Awards kan ECTP-CEU prijzen uitreiken aan voorbeeldprojecten. ECTP-CEU zorgt dus voor een uitbreiding van het netwerk rond participatie, waarbij de kennis en ervaring rond participatie alleen maar kan groeien.
De 12 artikelen van het charter
Artikel 1 - Definitie
Een proces van participatieve democratie in de ruimtelijke planning is een vorm van publieke participatie die beslissingen faciliteert om belangenconflicten, omwille van tegenstrijdige behoeften en bezorgdheden, te kunnen verminderen. Dit proces loopt via het samen beslissen op basis van het algemeen belang.
Artikel 2 - Doelstellingen
Ruimtelijke beleid heeft een grote invloed op de leefkwaliteit van mensen en op hun leefomgeving. Het stuurt en versterkt de keuzes over waar mensen wonen, hun culturele diversiteit uiten en hun economische activiteiten ontplooien en hoe publieke voorzieningen en overheidsdiensten territoriaal verspreid worden en de toegang ertoe gewaarborgd wordt. Dit beleid moet vanuit publieke participatie transparant, responsief en effectief zijn en passende antwoorden formuleren op culturele, sociale, economische en milieu-uitdagingen. Het doel van een Participatieve Democratie in de ruimtelijke planning is het bereiken van gedeeld eigenaarschap en een algemene aanvaarding van plannen, beleidsmaatregelen en actieprogramma’s. Telkens met het oog op conflictoplossing en op basis van coproductie, waarbij het algemeen belang altijd vóór elk individueel belang komt.
Artikel 3 - Betrokkenheid en vertegenwoordiging
Binnen de aanpak van Participatieve Democratie wordt een zo breed mogelijk bereik beoogd van alle betrokkenen, hun brede waaier aan belangen en behoeften inbegrepen. Iedereen die een effect ondervindt van, of belang hecht aan een plan, beleid of actieprogramma moet de mogelijkheid hebben om deel te nemen aan het proces. Maatregelen die relevante maatschappelijke geledingen bewust maken, moeten van bij aanvang als een centraal onderdeel van het proces beschouwd worden.
Artikel 4 - Informatie en onderwijs
Een proces van Participatieve Democratie geeft steeds de volledige toegang tot alle informatie. Alle deelnemers moeten over de nodige informatie- en communicatiemiddelen kunnen beschikken om eenzelfde begripsniveau te waarborgen.
Dit brengt met zich mee dat processen door middel van collectief leren plaatsvinden zodat alle deelnemers hetzelfde niveau van informatie en hetzelfde niveau van begrip kunnen verwerven en delen. Dit proces van kennisverwerving dient gepromoot te worden door ruimtelijk planners.
Artikel 5 – Modus operandi
Specifieke lokale omstandigheden zullen telkens bepalen hoe het proces in concreto wordt aangepakt. De gehanteerde methode en het procesverloop zal variëren naar gelang de scope van de plannen, het planningsniveau en de betrokken bevolking, maar ook naar gelang de bestaande lokale administratieve context.
Een participatieproces kan hoe dan ook niet geloofwaardig gevoerd worden, zonder passende, robuuste afspraken qua aanpak en besluitvorming met de betrokken gemeenschappen.
Adequate vertegenwoordiging is hierbij cruciaal. Het is aan de bevoegde publieke autoriteiten om de criteria vast te stellen waaraan de vertegenwoordigende groepen of individuen dienen te beantwoorden in lijn met de juridische procedures en met een reële actieve inbreng.
Artikel 6 -Toegankelijkheid
Iedereen die bekommerd is naar aanleiding van, of gevat is door een ruimtelijk planningsproject of beleidsbeslissing moet uit verschillende kanalen kunnen kiezen om respectieve noden en opmerkingen te uiten.
Planningsautoriteiten of andere bij het proces betrokken organisaties dienen ervoor te zorgen dat mensen zich gerespecteerd, comfortabel en onbelemmerd voelen bij het uiten van hun mening.
Alle mensen met een potentieel belang zouden aangemoedigd moeten worden om hun behoeften en bezorgdheden uit te spreken tijdens informele, multimodale en multidirectionele uitwisselingsplatformen. Doel hiervan is om de actieve dialoog te stimuleren, het gedeeld begrip van de uitdagingen te verbeteren en gemeenschappelijke interesses en bekommernissen te ontwikkelen om zo tot een gezamenlijke visie en co-creatie van planningsoplossingen te komen.
Bij dit alles dienen nieuwe technologieën gebruikt. Ze moeten toegankelijk en gebruiksvriendelijk zijn en beantwoorden aan de noden van de betrokkene. Gebruik makend van technieken die aanzetten tot keuzes en reflecties zullen deelnemers met een breed palet aan perspectieven en meningen kunnen kennismaken en deze ook zelf kunnen formuleren.
Artikel 7 - Continuïteit
Alle deelnemers zijn integraal betrokken bij het volledige planningsproces: vanaf de aanleiding, het uittekenen van het proces, de besluitvorming, implementatie, tot de monitoring en evaluatie van het ruimtelijk planningsbeleid.
Artikel 8 - Relevante experts
Het is belangrijk dat ruimtelijke planners met adequate vaardigheden als facilitator een professionele technische ondersteuning kunnen bieden, zodat op alle argumenten en voorstellen van de deelnemers kan ingegaan worden.
Ruimtelijke planners dienen ook onafhankelijke expertise aan te reiken om processen van Participatieve Democratie te monitoren en de correcte naleving van regels en wetten te waarborgen en daarbij ook open te staan voor experimenten en innovatie.
Artikel 9 - Beslissingsautoriteit
Autoriteiten met beslissingsmacht op verschillende beleidsniveaus nemen participatieve planning op als onderdeel van hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de stakeholders en participanten die door hun beslissingen gevat worden.
Alle autoriteiten wiens beslissingen een invloed hebben op de kwaliteit van de leefomgeving worden hierdoor gevat. Ze moeten in staat zijn om een inzicht te verwerven over het planningsonderwerp en zijn specifieke context en dienen over de nodige technische skills, communicatievaardigheden en tijd te beschikken.
Artikel 10 – Monitoring van de uitvoering van het Charter
Een groep deskundigen, samengebracht door ECTP-CEU in samenwerking met de relevante organen van de Raad van Europa en de Europese Unie, zal bij de ontwikkeling, implementatie en monitoring van het Charter advies en bijstand kunnen verlenen.
Dit zal ook de verspreiding van zowel best practices, als te vermijden of te ontmoedigen ervaringen en praktijken mogelijk maken.
Artikel 11 - Awards
Naast de promotie van dit Charter zullen ondergetekenden de best practices en specifieke ervaringen uitwisseling en verspreiden, inbegrepen het uitreiken van specifieke prijzen van uitmuntendheid in Participatieve Democratie.
Artikel 12 - Verhouding met andere instrumenten
De bepalingen van dit Charter zijn in lijn met en rechtstreeks geïnspireerd door het Charter van de Europese Planning.