Dynamique géographique de l'emploi en Belgique: déterminants et impacts des TIC

Tijdens een eerder werk hebben we aangetoond dat economische activiteiten op dit moment een duidelijk sterkere stedelijke concentratie vertonen dan de bevolking, maar dat deze toestand wordt ondermijnd door de recente ontwikkelingen. De geografische deconcentratie van werkgelegenheid manifesteert zich dus op twee verschillende schalen: (i) macrogeografisch, met een hogere werkgelegenheidsgroei buiten stedelijke gebieden en (ii) microgeografisch, met een hogere groei aan de rand en voorsteden van grote steden. In dit werkdocument gaan we dieper in op de vragen met betrekking tot de geografische evolutie van economische activiteiten, bezien vanuit de invalshoek van loontrekkende tewerkstelling:

• is de werkgelegenheidsgroei willekeurig geografisch of vindt deze plaats in specifieke gebieden die een regionaal karakter kunnen krijgen?
• wat zijn de belangrijkste factoren die de plaats van tewerkstelling bepalen? Veranderen deze factoren in de loop van de tijd?
• vertonen sectoren gerelateerd aan informatie- en communicatietechnologieën (ict) een specifiek ruimtelijk gedrag? Versterken ze het proces van stedelijke deconcentratie?

Om antwoorden op deze vragen voor te stellen, baseren we ons voornamelijk op sectorale gegevens over loontrekkende arbeid per gemeente. Deze gedecentraliseerde statistieken maken het namelijk mogelijk om de lokale groei van de werkgelegenheid over een relatief lange periode, namelijk 1987-2000, in te schatten, wat nodig is om structurele tendensen op het gebied van de locatie op te sporen. De meer recente periode 1994-2000 is echter ook onderwerp van onderzoek om de specificiteit van de ligging van de ICT-sectoren te evalueren.