De overgang van intrapreneurship naar zelfstandig ondernemerschap: empirisch onderzoek

De voorbije periode was een recordaantal Vlaamse werknemers betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe goederen, diensten, of activiteiten voor hun werkgever. Waar innovatie voor gevestigde ondernemingen al lang van groot belang was, moesten vele ondernemingen recent nog sterker inzetten op innovatie om de COVID-19 pandemie het hoofd te bieden. Een belangrijke vraag is of dit “intrapreneurship”, ofwel ondernemend gedrag van werknemers, op termijn ook kan leiden tot de opstart van nieuwe, onafhanke…

De voorbije periode was een recordaantal Vlaamse werknemers betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe goederen, diensten, of activiteiten voor hun werkgever. Waar innovatie voor gevestigde ondernemingen al lang van groot belang was, moesten vele ondernemingen recent nog sterker inzetten op innovatie om de COVID-19 pandemie het hoofd te bieden. Een belangrijke vraag is of dit “intrapreneurship”, ofwel ondernemend gedrag van werknemers, op termijn ook kan leiden tot de opstart van nieuwe, onafhankelijke ondernemingen.

Een nieuw rapport van Steunpunt Economie en Ondernemen (STORE) toont aan dat, alhoewel werknemers die betrokken zijn bij innovatieve activiteiten voor hun werkgever initieel geen uitgesproken intenties hebben om te ondernemen, maar liefst 22% van hen na verloop van tijd een eigen zaak probeert uit te bouwen. Het overgrote deel van hen (90%) doet dit in eerste instantie in bijberoep, namelijk naast hun gewone job als werknemer.

Vooral iets jongere intrapreneurs, die persoonlijk zelfstandige ondernemers kennen, en die in kleinere bedrijven tewerkgesteld zijn, zetten vaker de stap naar zelfstandig ondernemerschap. Hun overstap naar zelfstandig ondernemerschap lijkt niet te wijten aan een gebrek aan uitdagende projecten bij hun werkgever: 73% van de intrapreneurs die een eigen zaak oprichten, geven aan dat ze nog steeds nieuwe activiteiten ontwikkelen voor hun werknemer én hierin ook een leidersrol hebben. Ook het geslacht van de werknemer blijkt geen rol te spelen: mannelijke en vrouwelijke intrapreneurs zijn even geneigd om een eigen zaak op te starten. Niet verwonderlijk blijken het verder ontwikkelen van een bestaand idee, of het krijgen van een nieuw idee een belangrijke factor in de beslissing om een eigen zaak op te starten. Ook de naaste omgeving van de werknemer speelt een cruciale rol. De stap naar zelfstandig ondernemerschap blijkt immers veel waarschijnlijker wanneer belangrijke personen in de privé- of werkomgeving van de werkgever hem/haar gesuggereerd of gestimuleerd hebben om een eigen zaak te starten.