Waarom de vierdaagse werkweek in Europa opnieuw op de agenda staat

De vierdaagse werkweek wint opnieuw aan populariteit in Europa. Volgens Bethany Staunton van het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) groeit de maatschappelijke en syndicale steun voor arbeidstijdverkorting, mede aangewakkerd door geslaagde proefprojecten in onder andere het Verenigd Koninkrijk, IJsland en Duitsland. Het gaat daarbij meestal om modellen waarin werknemers hun loon behouden, ondanks een vermindering van hun werkuren (het 100:80:100-model). Toch blijken vakbonden en sectoren verdeeld …

De vierdaagse werkweek wint opnieuw aan populariteit in Europa. Volgens Bethany Staunton van het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) groeit de maatschappelijke en syndicale steun voor arbeidstijdverkorting, mede aangewakkerd door geslaagde proefprojecten in onder andere het Verenigd Koninkrijk, IJsland en Duitsland. Het gaat daarbij meestal om modellen waarin werknemers hun loon behouden, ondanks een vermindering van hun werkuren (het 100:80:100-model). Toch blijken vakbonden en sectoren verdeeld over de aanpak: zo ligt de focus in de industrie vaker op flexibele vormen van arbeidstijdverkorting dan op de vierdaagse werkweek an sich. De discussie raakt aan bredere thema’s zoals koopkracht, werkbaar werk, gendergelijkheid en de verdeling van arbeid in het licht van ecologische en digitale transities. In België blijft het debat actueel sinds de invoering van de wet in 2022 die vier werkdagen mogelijk maakt, maar dan zonder werkelijke arbeidsduurverkorting. Deze bijdrage benadrukt dat structurele hervormingen slechts mogelijk zijn mits sterke collectieve onderhandelingen en beleidsmatige omkadering.