Op 20 juni 2018 kondigde Brussels Airport aan dat het zijn doelstelling had bereikt om CO2-neutraal te worden (Brussels Airport, 2018). Hoewel dergelijke communicatie verre van ongewoon is, was dit toch enigszins verrassend gezien de kritiek op de luchtvaart omwille van toenemende emissies van broeikasgassen en andere milieueffecten, met name geluidshinder en lokale luchtvervuiling.
De groeicijfers van de luchtvaartsector zijn een stuk hoger dan de meeste globale economische indicatoren. Voor de periode 2005-2050 verwacht de luchtvaartsector een verviervoudiging van haar omzet. De verwachte groei gaat echter noodzakelijkerwijs gepaard met een significante bijdrage aan de opwarming van de aarde, en een versnelde uitputting van fossiele brandstoffen. De NGO Transport & Environment (2016) schatte in dat de luchtvaart verantwoordelijk zou zijn voor 4,9% van de door de mens veroorzaakte klimaatwijziging, een aandeel dat snel toeneemt.
De bijdrage van de luchtvaartsector aan de opwarming van de aarde sijpelt pas recent door in het maatschappelijk debat. Op lokaal niveau zijn de spanningen tussen luchthavenactiviteiten en de leefbaarheid van de omgeving echter al veel langer duidelijk. Er is een groeiend bewustzijn rond zowel de impact van luchtvaartgerelateerde geluidsoverlast op de gezondheid van omwonenden, als rond de gevolgen van het verbranden van grote hoeveelheden kerosine op de lokale luchtkwaliteit.
Luchthavens blijven niet bij de pakken zitten en zetten in op milieu- en klimaatbeleid. Hun communicatie- en marketingstrategieën lijken echter gericht te zijn op het overklassen van de hierboven geschetste problematiek met een voluntaristisch verhaal waarbij duurzaamheid centraal staat. Het Airport Carbon Accreditation-programma, waaronder luchthavenbedrijven zichzelf CO2-neutraal kunnen noemen, bijvoorbeeld, is een geïnstitutionaliseerde manier om luchthavens toe te laten zichzelf als milieubewuste actoren te positioneren, waarbij de verantwoordelijkheid voor de uitstoot van de vliegtuigen zelf doorgeschoven wordt naar de luchtvaartmaatschappijen.
Voortbouwend op deze observaties, confronteert ons onderzoek de reële impact van de case Brussels Airport met het duurzaamheidsdiscours dat door het luchthavenbedrijf wordt gevoerd. Onze basishypothese luidt dat communicatie en realiteit in sterke mate uiteenlopen, en dat de beeldvorming over de milieu-impact van de luchtvaartsector in sterke mate gestuurd wordt door deze bedrijfscommunicatie. Hoewel het huidige onderzoek een gevalstudie betreft, stellen wij dat deze typerend is voor een meer algemeen en wereldwijd relevant probleem, dat niet alleen kan worden uitgebreid naar andere luchthavens, zie bijvoorbeeld De Bruyn et al. (2019) over Schiphol, maar ook naar milieuaccreditatieprogramma's en milieucommunicatiestrategieën van andere actoren.