Opinie: Hervorm internationale ontwikkelingssamenwerking met lokaal eigenaarschap

De structurele bezuiniging van 2,4 miljard euro op de Nederlandse ontwikkelingshulp is de grootste ooit en zet het internationale hulpsysteem sterk onder druk. Deze forse korting, opgenomen in het Hoofdlijnenakkoord 2024, komt bovenop vergelijkbare besparingen in de VS en het VK en bedreigt de afspraak om 0,7% van het bni aan officiële ontwikkelingshulp (ODA) te besteden.

Dirk Jan Koch en Jorrit Oppewal (Adviesraad Internationale Vraagstukken) stellen in ESB dat deze bezuinigingscrisis niet allee…

De structurele bezuiniging van 2,4 miljard euro op de Nederlandse ontwikkelingshulp is de grootste ooit en zet het internationale hulpsysteem sterk onder druk. Deze forse korting, opgenomen in het Hoofdlijnenakkoord 2024, komt bovenop vergelijkbare besparingen in de VS en het VK en bedreigt de afspraak om 0,7% van het bni aan officiële ontwikkelingshulp (ODA) te besteden.

Dirk Jan Koch en Jorrit Oppewal (Adviesraad Internationale Vraagstukken) stellen in ESB dat deze bezuinigingscrisis niet alleen het risico vergroot dat miljoenen kwetsbare mensen wereldwijd verstoken blijven van basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg en onderwijs, maar tegelijk ruimte biedt om het Nederlandse beleid voor ontwikkelingssamenwerking grondig te vernieuwen. Zo pleiten zij voor een veel sterkere inzet op lokaal eigenaarschap, waarbij partnerlanden zelf meer zeggenschap krijgen over hulpprogramma’s, en voor betere afstemming en samenwerking tussen donoren om versnippering van hulpgelden tegen te gaan. Daarnaast benadrukken zij het belang van structurele versterking van de publieke sectoren in ontwikkelingslanden, zoals goed functionerende ministeries, lokale overheden en basisinfrastructuur, zodat ontwikkelingshulp op lange termijn duurzamer en effectiever kan worden ingezet.