Het gangbare onderwijs leert dat geld ontstond uit ruilhandel en vrije marktwerking, maar dit staat haaks op historische inzichten, stellen AFM-toezichthouders Bas Dommerholt en Mark van Loon. Geld ontwikkelde zich vijfduizend jaar geleden als giraal boekhoudmiddel binnen publieke instituties van Mesopotamische stadstaten, lang vóór het muntgeld. De auteurs tonen hoe deze misvatting beleidsmatig doorwerkt, onder meer in het onbegrip over staatsschuld, digitale euro, rente en handelsoverschotten. Ze pleiten voor een herziening van de economische basisvorming om toekomstig beleid beter te verankeren in wetenschappelijk onderbouwd geldbegrip. Dit zou ook bijdragen aan een eerlijker maatschappelijk debat over monetaire keuzes.
Wie begrijpt waar geld echt vandaan komt, kijkt anders naar de rol van overheid, markt en financiële instellingen. Wat levert dit denken op?
1. Geld als collectief instrument, niet als privébezit
Als je denkt dat geld een natuurlijk bezit is, dan zie je overheidsinvloed op geld (zoals centrale banken of digitale euro) als iets onnatuurlijks. Maar wie weet dat geld al 5.000 jaar bestaat als een publiek boekhoudsysteem, begrijpt waarom publiek toezicht en collectieve afstemming essentieel zijn.
Dit zorgt voor democratische controle op geldschepping en voorkomt dat financiële macht in handen komt van enkel grote banken of techbedrijven.
2. Begrip van geld voorkomt verkeerde beleidskeuzes
Misvattingen over geld leiden tot fout beleid. Bijvoorbeeld: het idee dat staatsschuld ‘slecht’ is, of dat een handelsoverschot ‘goed’ is.
Je krijgt meer realistische keuzes in beleid. Je ziet dat staatsschuld ook geld creëert, en dat handelsoverschotten leiden tot instabiliteit of ongelijkheid, niet per se tot welvaart. Dat bevordert beleid in balans met maatschappelijke belangen.
3. Ruimte voor een digitale euro als publiek goed
Zonder historisch inzicht denken veel mensen dat digitaal geld beter door bedrijven kan worden ontwikkeld (zoals door banken of techplatforms). Maar dan verlies je publieke garanties.
Als je weet dat geld altijd al publiek is geweest, dan zie je de waarde van een digitale euro als bescherming tegen machtsconcentratie en financiële instabiliteit, vergelijkbaar met infrastructuur zoals water of elektriciteit.
4. Monetaire soevereiniteit beter begrepen
Het idee dat de euro geen schuldenunie is, berust op misverstand: geld is altijd gebaseerd op vertrouwen in de staat als geheel.
Je voorkomt politiek gedraai en ziet duidelijk dat gezamenlijke schuldregelingen binnen de EU logisch en noodzakelijk zijn voor de werking van een gedeelde munt.
5. Herwaardering van de rol van de overheid
Door het marktverhaal te volgen, lijkt het alsof mensen altijd voor zichzelf zorgden en de overheid een storende factor is. Maar historisch blijkt dat collectieve afspraken en publieke instituties het geldsysteem mogelijk maakten.
Deze tekst kwam tot stand in interactie met AI.